
Of ik je terug zal zien Benny Neyman
Het verhaal weeft herinneringen en hoop samen, net als het lied “Of ik je terug zal zien”. Het gaat niet alleen over verlies, maar ook over de schoonheid van wat er was en het geloof in een ontmoeting, ooit.
Het dagboek
Eva zat aan de oude eettafel in het huis van haar oma. De stilte was bijna tastbaar, doorbroken alleen door het zachte tikken van een klok aan de muur. Ze had het dagboek opengemaakt, haar vingers aarzelend over de vergeelde pagina’s.
“De zomer van 1958,” stond er bovenaan. Daaronder een vloeiende handschrift dat ze direct herkende als dat van haar oma Maria. Eva glimlachte zwak; Maria had altijd gezegd dat verhalen moesten worden opgeschreven. Maar dit verhaal was nieuw voor haar.
Met een nieuwsgierigheid die haar verdriet even overschaduwde, begon Eva te lezen. Ze werd meegenomen naar een zomer waarin Maria, pas 21, een liefde ontmoette die haar leven zou tekenen. Ze las over de geur van vers gemaaid gras, het lachen van mensen op het dorpsplein, en hoe Maria daar “hem” had ontmoet. Zijn naam werd nooit genoemd.
De zomer die alles veranderde
Het festival in het dorp was een traditie, een plek waar iedereen elkaar kende. Maar toen Maria hem voor het eerst zag, wist ze meteen dat hij anders was. Hij kwam uit een ander deel van het land, een vreemdeling op doorreis.
Maria beschreef hoe hij haar had uitgenodigd om te dansen. “Hij was zo onbevangen,” schreef ze. “Zijn ogen glinsterden, alsof hij alles van de wereld al wist, maar niets vanzelfsprekend vond.” Ze dansten urenlang onder een hemel vol sterren, en tegen de tijd dat de laatste noot had geklonken, wisten ze dat er iets bijzonders tussen hen was.
De weken daarna brachten ze samen door in het dorp. Ze wandelden langs de rivier, dronken wijn bij zonsondergang en spraken over dromen die nog niet waren verwezenlijkt. Maar de zomer liep ten einde, en met elke dag groeide het besef dat hun wegen weer uiteen zouden gaan.
“Wat ik deed,” schreef Maria, “deed ik uit liefde. Maar ik wist dat we afscheid moesten nemen.”
De laatste avond
Eva voelde haar keel dichtknijpen toen ze las over de laatste avond die Maria met hem doorbracht. Ze hadden urenlang gesproken, en toch had Maria het gevoel dat ze niet alles had gezegd wat ze wilde.
“Ik keek hem aan, en ik wilde vragen of hij ooit terug zou komen. Maar de woorden bleven steken. Ik wist dat we dit moment moesten koesteren, in plaats van ons zorgen te maken over de toekomst.”
Hij gaf haar een ketting, een klein zilveren hangertje met een ster. “Om me te herinneren,” schreef Maria. “Hij zei dat de sterren altijd een antwoord hebben, als je maar goed kijkt.”
Het afscheid
Toen de zomer eindigde, vertrok hij. Maria bleef achter, met alleen haar herinneringen en het geloof dat hun paden ooit weer zouden kruisen. “De tijd vloog voorbij,” stond er op de laatste pagina. “Maar ik zal altijd van hem houden. En ergens geloof ik dat ik hem terug zal zien.”
Eva voelde de tranen over haar wangen lopen. Ze keek naar de ketting die om haar oma’s hals had gehangen, nu veilig opgeborgen in een doosje op de tafel. Het voelde alsof Maria haar iets wilde vertellen, zelfs nu ze er niet meer was.
De zoektocht
De volgende ochtend besloot Eva naar het festival te gaan waar Maria hem had ontmoet. Het werd nog steeds elk jaar gehouden, al was het nu een stuk moderner. Terwijl ze tussen de kraampjes liep en naar de muziek luisterde, voelde ze een vreemde spanning. Zou ze hier antwoorden vinden?
Bij een oude foto-expositie bleef Eva stilstaan. Er hing een foto van het festival in 1958. Tussen de menigte herkende ze haar oma – lachend, dansend, haar hand in die van een jonge man.
“Herken je iemand?” klonk een stem naast haar. Een oude man stond daar, zijn ogen onderzoekend. Eva slikte. “Dit is mijn oma,” zei ze zacht, terwijl ze naar Maria wees. De man keek naar de foto, en een glimlach speelde om zijn lippen. “Ze was prachtig,” zei hij. “Dat vergeet je nooit.”
Geschreven in de sterren
De man vertelde dat hij ook op zoek was geweest, jarenlang. Hij had het festival bezocht in de hoop iets terug te vinden van die ene zomer. Eva voelde haar adem stokken. “Wacht,” zei ze. “Bent u…?”
Hij knikte langzaam. “Ik heb haar nooit vergeten.”
De lucht leek stil te staan terwijl Eva en de man elkaar aankeken, verbonden door een verleden dat ze beide niet volledig kenden. “Ze geloofde altijd dat jullie elkaar weer zouden zien,” fluisterde Eva. De man keek omhoog naar de sterren die net begonnen te verschijnen. “Misschien was het lot,” zei hij zacht.
Dit verhaal is geschreven door Guido Van Hooreweder.
Of ik je terug zal zien van Benny Neyman kan je hier beluisteren op Youtube.